Het kernhout is lichtgrijs, geelachtig-lichtbeige tot bruin/ roodbruin van kleur met lichte lijnen van het parenchymweefsel rond de vaten. Het duidelijk tot minder duidelijk te onderscheiden spint heeft een bleekgele tot geelachtige kleur, soms tot lichtbruin. Soms zijn groeiringen zichtbaar. In het hout komen plaatselijk witte inhoudsstoffen in de vaten voor, deze zijn op het langsvlak zichtbaar als dunne witte lijnen. Het kernhout heeft droog een matige glans en geen opvallende geur, vers heeft het een onaangename geur.
Matig tot goed te zagen. Goed tot matig te schaven, schuren en te draaien. Bij hout met kruisdraad kunnen inspringsels voorkomen. Sommige soorten geven een wollig oppervlak. Sommige soorten bevatten wat kiezel waardoor snijgereedschap snel kan afstompen. Voorboren is noodzakelijk.
Mandioqueira Escamosa infoblad
Bronnen:
Houtvademecum 2005 Wiselius, S.I. 9e druk. Almere, Stichting Centrum Hout
Database Houtinfo.nl